Laurel Brunner beschrijft het belang van duurzaamheidsrapportage en hoe de grafische industrie werkt aan de overgang naar een koolstofarme economie om tegemoet te komen aan de behoeften van inkopers van drukwerk met een robuust ESG-beleid (Environmental, Social and Governance).

 

Rapportage over duurzaamheid is belangrijk voor merken die veel drukwerk inkopen, vooral voor merken die consumenten bedienen. Deze merken hebben veel verpakking nodig voor hun goederen, veel plastic en te weinig dat recyclebaar is, dus alles wat positief is en waar ze over kunnen schreeuwen is een pluspunt.
De grote merken hebben de neiging om hun eigen duurzaamheidsrapporten te schrijven met het oog op hun aandeelhouders en klanten. Er is echter weinig consistentie in wat er gerapporteerd wordt en wat niet. De algemene regel lijkt te zijn om op te scheppen over de positieve punten en de minder positieve te negeren. Dit resulteert in veel variatie in de gerapporteerde gegevens.

Moeten we duurzaamheidsrapporten van bedrijven dan met een sceptisch oog lezen? Of moeten we blij zijn dat er überhaupt een streven is naar open communicatie over duurzaamheid? Is het gewoon cosmetische greenwashing, of zijn deze rapporten echt informatieve routekaarten waar bedrijven zich aan willen houden? Waarschijnlijk ligt het antwoord ergens in het midden, hoewel er aan beide uitersten opvallende voorbeelden zijn (ik denk bijvoorbeeld aan de flagrante overtreder die Asian Pulp & Paper is).

Het probleem met duurzaamheidsrapportage is dat bedrijven weten dat ze iets moeten doen, dus ze schreeuwen graag over uitgebreide toezeggingen. Meestal hebben die toezeggingen betrekking op zaken waar het bedrijf ook baat bij heeft en die niet al te veel kosten om te implementeren, zoals het verbeteren van de energie-efficiëntie. Maar er is ook een prikkel om zoveel mogelijk groene vakjes aan te vinken, omdat dat goed werkt op de markt.

Veel grote drukkerijen en uitgeverijen beginnen te begrijpen dat duurzaamheidsrapportage een verwachting aan het worden is. Daarom publiceren ze duurzaamheidsrapporten en stellen ze doelen. Maar er bestaat geen formule voor wat er in een milieurapport moet staan en binnen drukkerijen en uitgeverijen is er geen manier om duurzaamheidsrapporten eerlijk met elkaar te vergelijken. Wat nodig is, is een rapportagemodel dat zich richt op het stimuleren van verandering in toeleveringsketens, goede praktijken aanmoedigt en de sector dichter bij een circulaire economie brengt.

De grafische industrie werkt aan de overgang naar een koolstofarme economie om tegemoet te komen aan de behoeften van inkopers van drukwerk met een robuust ESG-beleid (Environmental, Social and Governance). Deze worden ontwikkeld om te voldoen aan de verwachtingen van consumenten en burgers, om bedrijven te helpen op weg naar netto nul en om de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties (UNSDG’s) te weerspiegelen.

Een standaard manier om de milieuaspecten en -effecten van de drukkerij- en uitgeverijsector te rapporteren zou een toolkit bieden die verbeteringen in de ecologische voetafdruk van hun bedrijven en toeleveringsketens in de loop der tijd aanmoedigt. Dit helpt ons allemaal dichter bij netto nul te komen.

Broninformatie:Dit artikel is geproduceerd door het Verdigris Project, een initiatief van de industrie om het bewustzijn van de positieve invloed van drukwerk op het milieu te vergroten. Dit wekelijkse commentaar helpt drukkerijen om op de hoogte te blijven van milieunormen en hoe milieuvriendelijke bedrijfsvoering kan bijdragen aan een beter bedrijfsresultaat. Verdigris wordt ondersteund door de volgende bedrijven: Agfa Graphics, EFI, Fespa, Fujifilm, HP, Kodak, Miraclon, RicohSplash PR, Unity Publishing en Xeikon.