Laurel Brunner bespreekt de geschiedenis van de computer-to-plate-technologie, de belangrijke rol die het vandaag de dag speelt in de printindustrie en hoe het de workflows voor de productie van printmedia beïnvloedt.
Het is verbazingwekkend hoe lang het heeft geduurd voordat computer-to-plate-technologie (CtP) gemeengoed werd. CtP in de drukvoorbereiding heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de milieu-impact van drukwerk. Door direct naar plaat te gaan en de filmbelichtings- en contactstadia te omzeilen, worden processen in de drukplaatproductie geëlimineerd. CtP bestaat al sinds de jaren 1980, maar de belangrijkste doelstellingen bleken nogal ongrijpbaar. Dit veranderde allemaal in 1995.
De doorbraak van CtP vond plaats op Drupa 1995 toen ontwikkelaars het probleem eindelijk oplosten. Ze zochten naar de ongrijpbare combinatie van coating- en verwerkingschemicaliën. Hun doel was om korte belichtingstijden en een lange doorlooptijd op de pers te krijgen met kosteneffectieve belichtingslagen en verwerkingschemicaliën.
In 1995 introduceerden Kodak en Creo (dat later door Kodak werd overgenomen) CtP met thermische beeldvorming. Dit overtrof volledig introducties van concurrenten die verschillende CtP-apparaten presenteerden op basis van groene (YAG) lasers. Op Drupa 1995 waren er meer dan 50 CtP-systemen van bedrijven die uit het slop waren geraakt of waren overgenomen. Hiertoe behoorden Autologic, Cymbolic Sciences, Purup, Barco en Creo.
Agfa’s LithoStar was de eerste echte CtP-plaat die in 1993 werd geïntroduceerd. Andere opties werden beschikbaar gemaakt door Fujifilm met Brillia en Kodak’s electraplaten. Vandaag de dag worden er nog maar heel weinig belichtingssystemen verkocht of geïmplementeerd in ontwikkelde markten. Kodak blijft in sommige landen veel film verkopen, maar CtP en aanverwante platen vervangen verouderde filmsystemen.
CtP is de norm geworden voor de meeste workflows en deze technologie blijft de milieu-impact van afdrukken verminderen naarmate bedrijven hun plaataanbiedingen verbeteren. Procesloze plaattechnologieën worden steeds beter en ontwikkelaars hebben interessante innovaties gecreëerd voor de manier waarop ze verkocht worden. Agfa biedt klanten bijvoorbeeld de optie om alleen de belichtingslagen te kopen, zodat ze op een efficiënte manier het aluminium van de plaat huren.
In de afgelopen jaren hebben we gemerkt dat klanten overstappen naar procesloze platen die niet de duurzaamheid hebben van concurrerende opties. Dit is echter geen probleem naarmate de oplages afnemen. Kodak rapporteert een stijgende verkoop van zijn procesloze Sonora-platen in alle regio’s.
Daarnaast heeft CtP andere gebieden van de productieworkflows van printmedia beïnvloed, wat helpt om de duurzaamheid van print te verbeteren. CtP zorgt voor verbeterde verwerking, energievereisten, nauwkeurigheid van gegevens en algehele productiesnelheid. Het heeft bijgedragen aan het creëren van een omgeving waarin veel bedrijven kunnen floreren, door software te ontwikkelen die ervoor zorgt dat prepressfouten vroeg in de workflow en elektronisch worden beheerd. Daarnaast heeft CtP het belang van nauwkeurige digitale gegevensverwerking vergroot, fouten op de plaat en op de pers zijn duur om te herstellen. Gelukkig betekent de vooruitgang in prepress dat dergelijke rampen vrij zeldzaam zijn. Minder remakes betekent minder afval en nog een stimulans voor de milieu-impact van drukwerk.
Bron: Dit artikel is geproduceerd door het Verdigris-project, een initiatief van de industrie om het bewustzijn van de positieve invloed van drukwerk op het milieu te vergroten. Dit commentaar helpt drukkerijen om op de hoogte te blijven van milieunormen en hoe milieuvriendelijke bedrijfsvoering kan bijdragen aan een beter bedrijfsresultaat. Verdigris wordt ondersteund door de volgende bedrijven: Agfa Graphics, Spindrift.click, EFI, FESPA, HP, Kodak, Kornit Digital, Ricoh, Splash PR, Unity Publishing en Xeikon.