Laurel Brunner stelt dat de drukindustrie de waarde van zowel software- als materiaalinnovatie moet erkennen en bereid moet zijn ervoor te betalen. Software, hoewel immaterieel, zorgt voor efficiëntie en verlaagt de koolstofvoetafdruk. Hoewel materiaalkunde momenteel domineert, zijn R&D-kosten inherent aan alle vooruitgang. Het betalen van een premie zorgt voor voortdurende vooruitgang, wat de evolutie en duurzaamheid van de industrie ten goede komt.

Het is eerlijk om te zeggen dat mensen van een zekere leeftijd in de grafische industrie een beetje in de war kunnen raken van software. Dat is niet verwonderlijk: software is onzichtbaar, het is iets waarvan je te horen krijgt dat je het moet hebben om je plaatbelichter efficiënt te laten werken. Software is van vitaal belang voor je digitale pers en je moet het hebben om binnenkomende PDF’s te controleren, workflows en opdrachtwachtrijen te beheren, enz. Informatietechnologie in het algemeen en software in het bijzonder is een facilitator. Software levert diensten waarvan de waarde niet gemakkelijk kan worden gekwantificeerd. Voor veel eigenaren van drukkerijen is dit misschien verbijsterend, maar door efficiëntieverbeteringen zorgt software ervoor dat de ecologische voetafdruk van drukwerk steeds kleiner wordt.

Je betaalt je prijs en je neemt je kansen, zeggen ze. Uiteraard moet de prijs die u betaalt gebaseerd zijn op de waarde die technologie aan uw bedrijf biedt en wat u zich kunt veroorloven. Maar naast wat het product doet voor het geld, moet de prijs die u betaalt ook de waarde weerspiegelen van de ondersteuning en service die u krijgt van de serviceprovider.

Softwareontwikkeling is lange tijd de grootste zorg geweest in de prepresssector en decennialang hebben we daar graag voor betaald. Dat komt misschien omdat mensen de werking en de nuances van wat ze kochten niet volledig begrepen. Het is immers niet mogelijk om software per liter of vierkante meter te prijzen, zoals dat wel kan voor substraten, inkt en platen. Maar de vooruitgang en innovaties op het gebied van software nemen tegenwoordig een ondergeschikte plaats in ten opzichte van de vooruitgang op het gebied van drukplaten en inkten, en van de materiaalkunde die ook helpt om de milieu-impact van drukwerk te verminderen.

Een blik in de vakpers leert je dat materiaalkunde absoluut de plek is waar alle actie plaatsvindt. Het is gemakkelijk om platen en inkten met elkaar te vergelijken, dus prijsgekibbel lijkt meer voor te komen dan vroeger. Kibbelen over de prijs van platen, inkt of substraten is eenvoudiger met tastbare materialen waarvan de prijs niet ondoorzichtig of verwarrend moet zijn. Materialen zijn gemakkelijker te vergelijken dan softwareproducten, maar we moeten in gedachten houden dat voor zowel materialen als software de kosten van onderzoek en ontwikkeling (R&D) zijn ingebouwd. Bij software is het een gegeven dat je betaalt voor de ontwikkeling van upgrades en functionaliteitsverbeteringen en hetzelfde geldt voor platen, inkten en substraten, vooral als die verbeteringen de koolstofvoetafdruk van de industrie verkleinen. Wees dus bereid om iets meer te betalen voor de voortdurende evolutie van de materialen die je koopt. O&O is de enige manier waarop onze industrie zal blijven evolueren en vooruitgaan, of het nu gaat om de ontwikkeling van preflightsoftware of een nog niet uitgevonden beeldvormingssysteem.